Ethische Gedragscode

Introductie
Het doel van de Ethische Gedrags Code (EGC) is ‘professionaliteit’ van coaches onder woorden te brengen en deze omschrijving als leidraad te laten dienen voor het professioneel functioneren van coaches.
De Ethische Gedrags Code (EGC) biedt coaches ruim voldoende uitgangspunten en richtlijnen om verantwoord te kunnen handelen in vrijwel alle situaties waarin zij tijdens de uitoefening van hun beroep terecht kunnen komen, met als belangrijkste doel: het bevorderen van welzijn en veiligheid van de individuen en groepen waarmee zij werken.
De Ethische Gedrags Code (EGC) biedt coaches daarmee een solide basis van normen en waarden waarop zij tijdens de uitoefening van hun beroep kunnen bouwen.
De vraag of iemand wel of niet de wet overtreedt, kan echter nooit door toepassing van deze  (EGC) beantwoord worden. De  (EGC) biedt geen bescherming tegen rechtsvervolging aan wie zich strikt aan de (EGC) houdt, net zo min als iemand alleen op grond van overtreden van het gestelde in de  (EGC) juridisch strafbaar gesteld kan worden. Het zich gehouden hebben aan of het overtreden hebben van deze EGC kan daarentegen wel als argument in juridische procedures aangevoerd worden, en, afhankelijk van de omstandigheden, als ontlastende dan wel belastende factor meegewogen worden.

Definities

Coach                        : iemand die coacht;
Coachee                    : iemand die gecoacht wordt;
Coachen                    : het strategisch en tactisch aanwenden van voornamelijk psychologische, spirituele, en communicatieve vaardigheden en technieken, teneinde een individu of groep op eigen kracht gekozen doelen te laten bereiken.

Coaching:                  : het proces van coachen en gecoacht worden op basis van een mondelinge dan wel schriftelijke overeenkomst.
Opdrachtgever         : De persoon of organisatie welke opdracht heeft gegeven voor coaching.
EGC                        : Ethische Gedrags Code (EGC)

N.B. In de tekst wordt, daar waar het woord ‘hij’ wordt gebruikt, zowel hij als zij bedoeld.

Uitgangspunten
De coach gaat er van uit dat:

  1. de coachee uiteindelijk zelf het beste weet wat goed voor hem is en zowel in zijn privé – als in zijn professioneel bestaan zelf, op basis van eigen afwegingen, kan beslissen wat hij wél of niet wil of kan.

Dientengevolge is de coachee ook zelf verantwoordelijk voor de keuzen die hij maakt, en is hij in persoon aanspreekbaar op zijn gedrag.

  1. de coachee en de coach elkaar volkomen gelijkwaardig zijn, in die zin dat beiden unieke en complete mensen zijn, vol mogelijkheden.
  2. tijdens coaching de doelen, middelen en keuzen van de coachee prioriteit hebben boven die van de coach.

De EGC telt vier paragrafen:
1.Respect

2.Integriteit

3.Verantwoordelijkheid

4.Professionaliteit

  • 1 Respect

Respect duidt op het erkennen en eerbiedigen van waarden in het algemeen en iemands persoonlijke en menselijke waardigheid in het bijzonder. Een coach brengt dit tot uitdrukking door onderstaande gedragsregels na te leven:

1.1 Hij benadert en behandelt ieder mens als gelijkwaardig. Hij trekt niemand voor, noch stelt hij iemand achter. Hij discrimineert niet.
1.2 Hij erkent ieders recht om in vrijheid keuzen te maken, zich te ontwikkelen, en de eigen levensloop te bepalen.
1.3 Hij laat zijn coachee de ruimte om eigen beslissingen te nemen en veranderingen in eerder genomen beslissingen aan te brengen, rekening houdend met eigen normen, waarden, prioriteiten en levensovertuiging.
1.4 Hij komt op voor de belangen van de coachee, maar houdt ook rekening met de belangen van anderen, in de breedste zin des woord, en werkt niet mee aan verzwijgen van zaken zoals misdrijven of strafbare feiten die schade kunnen berokkenen aan individuen, groepen, organisaties, de maatschappij, of andere zaken die respect verdienen. Bij deelgenoot maken van vertrouwelijke informatie van gepleegde strafbare misdrijven zal hij de coachee wijzen op deze bepaling en dit bespreekbaar maken. Daar waar sprake is van mogelijk levensbedreigende misdrijven, misdrijven tegen de Staat der Nederlanden of vreemde mogendheden of seksuele misdrijven strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht behoudt de coach zich het recht voor hiervan opsporingsinstantie in te lichten.
1.5 Hij houdt rekening met het ontwikkelingsniveau, de mogelijkheden en behoeften van de coachee (fysiek, emotioneel, intellectueel, sociaal en spiritueel), doet daar nimmer neerbuigend, onverschillig of juist bewonderend over.
1.6 Hij erkent dat hij bijzondere verantwoordelijkheid draagt inzake het opkomen voor de rechten en menselijke waardigheid van een coachee die zich in een kwetsbare of afhankelijke positie bevindt zonder voor zichzelf op te kunnen komen.
1.7 Een coach gaat niet alleen respectvol om met mensen maar ook met hun gedachtegoed, hun bezittingen en hun leefomgeving. De coach is daarin objectief waarnemer voor de coachee.

  • 2 Integriteit

Een coach moet niet alleen in staat zijn om in korte tijd een vertrouwensrelatie op te bouwen met een coachee, hij moet deze vertrouwensrelatie ook in stand houden. Dat lukt alleen zolang de coachee weet én aanvoelt dat de coach integer is. Een coach toont aan integer te zijn door de volgende gedragsregels na te leven:
2.1 Hij is eerlijk, betrouwbaar en oprecht.
2.2 Hij laat zich niet in met praktijken die de wet overschrijden.
2.3 Hij gaat vertrouwelijk om met alle informatie over de coachee die hij direct, indirect of door enige andere bron heeft ontvangen.
2.4 Hij maakt geen misbruik van situaties, omstandigheden of kennis waarin de coachee afhankelijk van hem is.

  • 3 Verantwoordelijkheid

De coach neemt door het aangaan van een coachingsrelatie verplichtingen op zich en zal op verantwoorde wijze coachen. De coach heeft de intentie zich aan de volgende gedragsregels te houden:
3.1 Hij onderkent de uitstraling die inherent is aan zijn positie en beseft dat hij zowel bewust als onbewust invloed uit kan oefenen op de coachee en mogelijk ook op derden. Daarom is hij bedachtzaam in zijn handelen en voorzichtig met het doen van uitspraken.
3.2 Hij bevordert het welzijn van de gemeenschap in het algemeen.
3.3 Hij kent zowel de beperkingen van zijn beroep als ook de grenzen van zijn persoonlijke competenties en zorgt ervoor dat hij deze niet overschrijdt.
3.4 Hij is zich bewust van zijn persoonlijke waardigheid en heeft inzicht in de invloed daarvan op de uitoefening van zijn beroep.
3.5 Hij aanvaardt waar nodig samenwerking met andere coaches en professionals, bijvoorbeeld indien in teamverband gewerkt moet worden aan grote projecten.
3.6 Hij houdt altijd de ontwikkeling en het belang van de gehele persoon van de coachee in gedachten, en zal niets ondernemen dat een onevenwichtige of disharmonische ontwikkeling ten gevolge kan hebben.
3.7 Hij maakt de bevrediging van eigen emotionele – en of andere behoeften niet afhankelijk van de relatie met een coachee.
3.8 Hij gaat gedurende een coachingsrelatie geen seksuele relatie met een coachee aan.

  • 4 Professionaliteit

De coaches heeft een professionele houding. Coachen is een vak waarbij de coachee centraal staat. De coach die professioneel te werk gaat, doet dat onder meer door zich aan onderstaande gedragsregels te houden:
4.1 Hij houdt zijn privé leven en werk van elkaar gescheiden en zorgt er niet alleen voor dat het één geen schade lijdt door het ander, maar streeft ernaar het beste uit beide naar boven te halen. Hij is in dat opzicht een rolmodel voor de coachee.
4.2 Hij neemt zichzelf regelmatig onder de loep, doet aan zelfreflectie en past zelfanalyse toe om te na te gaan hoe en in welke richting hij zichzelf als mens én als coach zal ontwikkelen, om optimaal te kunnen blijven functioneren.
4.3 Hij houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen, staat open voor nieuwe inzichten en onderzoekt nieuwe methoden op gebied van coaching, onder meer door lezen van (vak)literatuur, het volgen van bij- en nascholingen, het deelnemen aan intervisie bijeenkomsten, en/of het gebruik maken van mogelijkheden van supervisie.
4.4 Hij staat niet toe dat er belangenverstrengeling in de relatievorm optreedt.
4.5 Hij is collegiaal richting andere coaches, en is bereid mee te werken aan voortgaande professionalisering van het beroep en het optimaliseren van het imago.